Lamp

Voor deze opdracht hebben we een vooropdracht. Het gaat over iets abstract maken: abstraheren. We mochten kiezen uit een aantal klimaten. Ik heb de toendra gekozen. Ik vond de sneeuwvlokken, de rendieren en het bos een hele mooie inspiratiebron. We moesten twee tekeningen kiezen. Ik heb die van het bos en van het sneeuwvlokje gekozen. De eerste stap was om ze na te tekenen, de tweede stap was om de details weg te laten en daarna de vormen die me opvielen duidelijker te maken. De laatste stap was om de tekening met de duidelijkere vormen in het groot te maken op een los a4-tje. Hieronder staan de tekeningen, eerst het bos en daarna het sneeuwvlokje.

Naast de vooropdracht hieronder, hebben we ook een tweede vooropdracht, namelijk: een moodmap maken. Een moodmap is een combinatie tussen een mindmap (woorden) en een moodboard (plaatjes). Ik heb hetzelfde klimaat als bij de eerste vooropdracht gekozen, de toendra. Deze moodmap heb ik in powerpoint gemaakt, ik vind dat een fijn programma om in te werken.

De toendra is terug te vinden in mijn moodmap door onder andere: het landschap, de dieren en een kaart.

Nadat we deze moodmap hebben gemaakt, moesten we schetsen maken voor de lamp. In totaal 5 schetsen. Die staan hieronder. Over die schetsen moesten we ook 5 vragen beantwoorden. Deze vragen staan onder de schetsen.

Vraag 1: Wat ga ik doen om de lamp stevig te maken?

Voor de stevigheid van de lamp ga ik onder andere hout gebruiken. Het is stevig en makkelijk te bewerken. Voor moeilijke vormen zou ik gips kunnen gebruiken. Het is net zoals hout stevig en zelfs nog makkelijker te bewerken. Schets 4 heeft een aparte vorm die ik het beste zou kunnen maken met metaal en ijzer. Dat is ook een stevig materiaal.

Vraag 2: Hoe zie je de klimaatzone toendra in mijn schetsen terug?

Bij schets 1 heeft de voet de vorm van een berg, de bovenste uitsteeksels zijn oren van een sneeuwkonijn, dat is een konijn die leeft op de toendra. Ook zie je sneeuwvlokken en een gebied dat Yukon heet terug komen.

Bij schets 2 heeft de basis de vorm van een gewei van een hert. Die leeft op de toendra. Aan al de uitsteeksels van het gewei zitten peertjes vast.

Bij schets 3 is er een voertuig te zien die wordt gebruikt voor tours op toendra’s. Bij deze tours gaan ze opzoek naar ijsberen.

Bij schets 4 is er een abstracte sneeuwvlok te zien. In de toendra sneeuw het vaak. Aan de bovenste uitsteeksels zitten peertjes vast. Deze schets is persoonlijk mijn favoriet.

Bij schets 5 zijn er weer konijnen oren te zien. De kleuren komen van een plaatje uit mijn moodmap.

Vraag 3: Welke materialen ga ik gebruiken?

Ik heb dit eigenlijk al gezegd bij de eerste vraag, maar ik geef hier een aanvulling op. Voor de aankleding is het voor elke lamp anders. Bij nummer 5 zou ik bijvoorbeeld gekleurd mos kunnen gebruiken. Ik zou bij nummer 2 een echt gewei kunnen gebruiken, maar dat moet ik zeker weten dat het hert natuurlijk is dood gegaan. Voor de peertjes van de lamp zou ik het liefst gloedlampen gebruiken, maar omdat ze niet zuinig zijn wil ik ledlampjes gebruiken.

Vraag 4: Waar heb ik de hulp van meneer Dingemans bij nodig.

Dit geld voor elk ontwerp, dus ik denk dat ik sowieso hulp nodig heb bij het elektronische gedeelte van de lamp. Hoe ik de lamp echt kan later werken.

Vraag 5: Waar denk ik dat meneer Dingemans op gaat letten bij de beoordeling?

Ik denk dat meneer Dingemans gaat letten op het beginproces en op je werkhouding (als we weer op school zijn). Ik versta onder het beginproces de aller eerste tekeningen, de moodmap, de schetsen en het definitieve ontwerp. Ik denk dat dat in deze opdracht belangrijk is, omdat we zo’n uitgebreid vooronderzoek niet eerder hebben gedaan. Met de werkhouding bedoel ik hoe je je op school tijdens de lessen gedraagt. Of je snel aan de slag gaat of dat je eerst nog gaat kletsen met andere leerlingen. En of je je goed kan concentreren.

Ik dacht dat we in de vakantie het proefmodel moesten maken van de lamp, maar dat bleek niet zo te zijn. Toch was ik al aan mijn proefmodel begonnen, en wilde m toch maar meteen afmaken. Ik heb gekozen om de kennis uit de vorige opdracht te gebruiken. Ik heb daarom mijn proefmodel gesoldeerd. De peertjes zijn van kaarsvet gemaakt. De schaal is 1:2. Hieronder staan foto’s van het proefmodel.

Nadat ik dit proefmodel had gemaakt, heb ik aan de hand van plus- en minpunten een Sketch-Up model gemaakt. Een minpunt was bijvoorbeeld doordat het ijzer vrij smal was, het best kwetsbaar overkwam. Ik heb dus in het model een was dikker frame gemaakt. Ook heb ik bedacht dat het niet van ijzer meer moet zijn, maar van hout. Dan is het makkelijker om te maken, en er is dan een grotere kans dat het materiaal op school aanwezig is.

Uiteindelijk gaan we de lamp misschien echt maken. Dat hoop ik wel.